Op 16 januari is er een uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen een besluit van de burgemeester van Renkum over het opstijgen en landen met een paramotor. Deze zaak werd van de kant van de verweerder behartigd door Ronald Schnitker en Pim van Asch.

De case
Een inwoner uit die plaats had eerder toestemming gevraagd om met zijn paramotor te mogen opstijgen en landen in de Oosterbeekse uiterwaarden. De burgemeester verleende in eerste instantie toestemming, maar daarop kwamen 200 bezwaren. Uiteindelijk besloot de burgemeester dat hij niet bevoegd zou zijn om over de aanvraag te besluiten. De man ging daarop in beroep bij de rechtbank Gelderland. Die oordeelde in januari 2018 dat de burgemeester wel degelijk bevoegd is om toestemming te verlenen. De burgemeester is tegen die uitspraak in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook de eerdere bezwaarmakers tegen het opstijgen en landen met de paramotor, waaronder stichting Geluidshinder Rosande, zijn in hoger beroep gekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 12 december jl. op zitting behandeld en heeft op 16 januari 2019 uitspraak gedaan.

Oordeel
De Afdeling bestuursrechtspraak komt tot de conclusie dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de burgemeester bevoegd is een besluit op de aanvragen te nemen.
Voor de luchtsport paramotorvliegen is dit een zeer belangrijke en positieve uitspraak!

Toelichting overweging uitspraak
In deze uitspraak overwoog de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het volgende: Uit artikel 18, tweede lid, in samenhang gelezen met het eerste lid, van de Regeling volgt dat een verklaring van geen bezwaar kan worden verleend om met een gemotoriseerd schermvliegtuig van een luchthaven op te stijgen. Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart wordt onder luchthaven verstaan een terrein dat geheel of gedeeltelijk bestemd is voor het opstijgen en landen van luchtvaartuigen. Anders dan de burgemeester betoogt, valt niet in te zien waarom de vraag of een terrein moet worden aangemerkt als een luchthaven niet moet worden beoordeeld aan de hand van die definitie. Dat in artikel 8.43 en artikel 8.64 een regeling is opgenomen voor provinciale staten en het college om voor een luchthaven onderscheidenlijk een luchtvaartbesluit bij verordening of een luchthavenregeling vast te stellen, laat onverlet dat het op grond van artikel 18, tweede lid, van de Regeling op de weg van de burgemeester ligt om aan de hand van de definitie van luchthaven te beoordelen of de terreinen als zodanig dienen te worden aangemerkt. Verder bevatten de regelingen voor de luchtvaart, zoals de burgemeester ter zitting heeft erkend, geen bepaling dat bij een aanvraag om een verklaring van geen bezwaar het college eerst moet beoordelen of een terrein als luchthaven dient te worden aangemerkt alvorens de burgemeester de aanvraag verder in behandeling neemt.

Ingevolge artikel 1.1 van de Wet luchtvaart wordt verstaan onder een luchthavengebied het gebied dat bestemd is voor gebruik als luchthaven. In de uitspraak van 11 december 2013 heeft de Afdeling overwogen dat het begrip bestemd in die definitie niet ziet op het bestemmen van een gebied als bedoeld in een bestemmingsplan. Nu ingevolge artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart onder een luchthaven wordt verstaan een terrein geheel of gedeeltelijk bestemd voor het opstijgen en het landen van luchtvaartuigen, valt niet in te zien dat het begrip bestemd in deze definitie anders dient te worden uitgelegd. Dat de terreinen in het bestemmingsplan niet zijn bestemd voor het gebruik als luchthaven, laat derhalve onverlet dat die terreinen luchthavens kunnen zijn in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart. Vaststaat dat de terreinen in een open gebied liggen. De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat de terreinen feitelijk geschikt zijn en kunnen worden ingericht voor het opstijgen en landen van luchtvaartuigen. Dat, zoals de stichting en anderen stellen, de terreinen in een beschermd natuurgebied liggen, is, wat daarvan ook zij, voor de beoordeling of die terreinen aangemerkt kunnen worden als luchthavens in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart niet van belang.

Volledige uitspraak

Wil je de volledige uitspraak inzien, klik dan op deze link.









Voor de volledige uitspraak zie link.