Utrechtse voorzieningenrechter: modelvliegclub mag blijven vliegen boven bufferperceel

Op 17 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht een tijdelijke omgevingsvergunning verleend aan de Modelvliegclub Midden-Nederland (MVC) voor het gebruik van een perceel aan de Ringkade ten behoeve van de modelvliegclub tot juni 2023. In de vergunning is een voorschrift opgenomen over het vlieggebied. In het deel van de vliegcirkel dat boven de percelen van verzoeker ligt mag niet gevlogen worden.

Een naburige veehouder is het niet eens met het besluit van 17 februari 2022 en heeft daar bezwaar tegen gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen: schorsing van het besluit voor zover dit toestaat om te vliegen ten oosten van het vliegveld, boven het 'bufferperceel' (dat toebehoort aan een andere eigenaar) tussen het vliegveld en zijn percelen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het besluit van 17 februari 2022 is onderbouwd met verklaringen van onder meer een dierenarts en een andere veehouder die ook gehoornde zoogkoeien houdt. Die verklaringen zijn gebaseerd op onderzoek en feitelijke waarnemingen van de reactie van koeien op het over- en langsvliegen van modelvliegtuigen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter mag het college zich op basis van die verklaringen in redelijkheid op het standpunt stellen dat er geen gevaar is voor de koeien van verzoeker. Dat in de verklaringen niet is opgenomen op welke afstand de modelvliegtuigen vlogen maakt dat niet anders. Het ligt daarom op de weg van verzoeker om iets tegenover de verklaringen van de dierenarts en de andere veehouder te stellen.

De raadsman van de veehouder heeft een rapport van een zoötechnisch specialist uit Sint-Oedenrode overlegd. Deze zoötechnisch specialist heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter alleen onderzoek gedaan naar de huisvesting van de koeien van verzoeker, niet naar de reactie van koeien op modelvliegtuigen. In zijn memo geef de zoötechnisch specialist algemene informatie over de gevoeligheid van (zoog)koeien voor harde en schelle geluiden en onverwachte, plotselinge bewegingen. Op basis van die informatie stelt hij dat het overvliegen van modelvliegtuigen, afhankelijk van afstand en snelheid, kan leiden tot stress bij koeien. Die redenering is echter niet onderbouwd met onderzoek of waarnemingen.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is niet gebleken dat er gevaar is voor de koeien van verzoeker als er boven het bufferperceel gevlogen mag worden. De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de veehouder af. Dat betekent dat MVC mag blijven vliegen boven het bufferperceel.


Raad van State: voorschriften over minimum vlieghoogte niet nodig voor modelvliegtuigen

Op 6 april 2022 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak inzake een langslepend conflict tussen de Modelvliegclub Midden-Nederland (MVC) en het college van burgemeester en wethouders van Utrecht enerzijds en een veehouder uit IJsselstein anderzijds. De veehouder vindt dat het gemeentebestuur voorschriften aan de vernieuwde vergunning van de modelvliegclub had moeten verbinden over de minimale vlieghoogte en het vlieggebied. In een eerdere omgevingsvergunning was het voorschrift opgenomen dat de vlieghoogte buiten het modelvliegterrein tenminste 20 meter bedraagt. In de nieuwe vergunning heeft de gemeente Utrecht dit voorschrift niet meer opgenomen. De MVC heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat een voorschrift over de vlieghoogte niet nodig is ter voorkoming van schrikreacties en stress bij de koeien van de veehouder. De Afdeling vindt dat de gemeente Utrecht dat ook niet behoefde te doen. “Het college heeft beoordelingsruimte. Het enkele feit dat aan de vergunning van 28 juli 2014 een voorschrift over de vlieghoogte was verbonden, betekent dus niet dat een dergelijk voorschrift ook aan de nieuwe vergunning moet worden verbonden”. Ook vindt de Afdeling dat een voorschrift aan de vergunning over de vlieghoogte niet nodig is uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening. Verder zijn er volgens de Afdeling geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten naar voren gebracht op grond waarvan moet worden aangenomen dat vliegen met modelvliegtuigen leidt tot zodanige schrikreacties en stress bij koeien dan wel gehoornde zoogkoeien met kalveren, dat het stellen van een hoogtevoorschrift niet achterwege had mogen blijven. (zaaknummer: 202103666/1/R).

Wil je de uitspraak nalezen? Dat kan via raadvanstate.nl

Wij zijn heel veel dank verschuldigd aan Ronald Schnitker, oud voorzitter van de KNVvL die de MVC al die tijd juridisch heeft bijgestaan.