Door Steven Huiskes

Mijn allereerste vlucht ooit was met mijn vader op een SF25C motorzwever toen ik 4 jaar oud was. Zodra ik oud genoeg was ben ik begonnen met zweefvliegen, wat ik nog steeds fanatiek doe. De route naar het motorvliegen was (lees: leek) altijd een dure en/of lange route. Maar met de invoering van de LAPL voor zweefvliegers kwam er weer een mogelijkheid die er in een grijs verleden ook was: de TMG (motorzwever) als aantekening op je zweefvliegbrevet! Dit geeft de mogelijkheid om relatief eenvoudig een nieuwe discipline binnen het vliegen te ontdekken.

De Super Dimona!

Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb dit zelf in 2020 opgepakt bij een DTO die beschikte over een motorzwever en een goedgekeurde syllabus. Ik heb dit zelf gedaan op een Super Dimona. Dit toestel beschikt over een verstelbare propeller, wat qua motormanagement niet onderdoet voor motorkisten. Met de TMG aantekening op zak heb ik al talloze vluchten gemaakt, waarbij het meenemen van familie of vrienden een stuk makkelijker wordt dan met zweefvliegen.

Een stap verder

Met invoering van de hele EASA regelgeving is er tevens een nieuwe overstap mogelijk gemaakt. Namelijk die van je TMG aantekening op je zweefbrevet naar je LAPL(A)-SEP. Met dit brevet mag je binnen de EU vliegen met maximaal 3 passagiers op single engine piston toestellen met een MTOW<2000kg; de meeste reguliere (en nog betaalbare..) motorkisten dus. Hierop zijn weer talloze mogelijkheden zoals je staartwielaantekening, sleepaantekening, etc.

Omdat dit relatief onbekend was/is, en een DTO een goedgekeurde syllabus moet hebben, werd dit tot voor kort nog niet vaak toegepast. Zelf behoor ik tot de eerste twee in NL die dit pad hebben gevolgd. Na het behalen van je TMG aantekening op je SPL moet je eerst 21 uur vliegen als PIC op een TMG, en vervolgens een relatief korte syllabus volgen voor je LAPL(A)-SEP. Het is vergelijkbaar met de opleiding die je volgt voor een TMG, en grotendeels een herhaling van wat je al geleerd hebt tijdens je TMG opleiding, maar dan op een nieuwe categorie vliegtuigen. Zelf heb ik de opleiding op een DV20 Katana gevolgd bij Stichting Motorzweven Benelux, aangezien zij een DTO hebben met goedgekeurde syllabus en tevens de cockpit van de Dimona en Katana veel op elkaar lijken.

Echt een ander proces..

De grootste overgang tussen het zweefvliegen en het motorvliegen was van intuïtief vliegen naar procedureel vliegen. Het automatisme om je vliegpad te kiezen op basis van je positie en de wolken/thermiek moet worden afgeleerd. Daarentegen is het qua voorzorgslanding cq noodlanding een enorm voordeel om zweefvlieger te zijn, aangezien je gewend bent om geen motor te hebben en hier de gehele vlucht naar te handelen.

Het kán!

Deze ‘nieuwe route’ maakt het mogelijk om dus spelenderwijs je vliegbrevetten uit te breiden, en zo ook je activiteiten te verbreden. Ik vind het zelf een hele leuke toevoeging, die prima te combineren is met het zweefvliegen!

Steven