Wat is nu een veilige minimum snelheid voor een lierstart? Die vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord. De vlieghandboeken geven geen uitsluitsel. De CIZ heeft een tweetal interessante artikelen gevonden en deze op hoofdlijnen vertaald. Beide artikelen zijn vrij technisch, en daarom heeft de CIZ een samenvatting met conclusie gemaakt.

Onderzoek: berekend en gemeten

Het betreft ‘Boundaries of Safe Winch Launching’ door Hugh Browning, gepresenteerd op het XXVIII OSTIV Congress, Eskilstuna, Sweden, 8-15 June 2006,en een samenvatting van de presentatie van het onderzoek ‘Flugphysik des Windenstarts und Auswirkungen auf die Flugsicherheit’ van de Hochschule Esslingen naar de optredende krachten en verbonden veiligheidsrisico’s van een lierstart uit 2017.

Het OSTIV artikel focust vooral op de aspecten en gevaren van een (te) snelle rotatie in combinatie met het wegvallen van de trekkracht van de lier, en is grotendeels gebaseerd op berekeningen.
Het onderzoek van de Hochschule Esslingen richt zich vooral op de trekkracht en belasting in het laatste deel van de lierstart, met de bijbehorende aspecten en gevaren. De bevindingen zijn vooral gemeten.

Gezamenlijke bevindingen

Beide onderzoeken concluderen dat de belastingsfactor bij een lierstart grotendeels wordt bepaald door de trekkracht en de verticale versnelling. De verticale versnelling wordt weer in belangrijke mate bepaald door de rotatiesnelheid. De trekkracht kan uitgedrukt worden in aantal malen het gewicht van het zweefvliegtuig, waarbij er een extra buigmoment optreedt ten gevolge van de trekkracht.

De klimhoek is van ondergeschikt belang voor de belastingsfactor, blijkt uit beide onderzoeken. Tevens blijkt dat een steile klimhoek bij het begin van de start niet leidt tot wezenlijk meer hoogte, maar wel een hoger risico oplevert.

Beide artikelen en de samenvatting zijn op de CIZ site te vinden.

Via deze site is ook de presentatie te vinden die werd gehouden op de HoT-FIE conferentie

CIZ