bericht van redacteur Lonneke Alsema

Zij spraken over de laatste nieuwe ontwikkelingen in EASA regelgeving; na wat jaren praktische ervaring is de tijd aangebroken om wat te optimaliseren. Het is bij zweefvliegen al net als bij veel andere ‘takken van sport’ – ik noem maar even: de zorg, het onderwijs… de administratieve druk wordt al maar groter terwijl dat niet toevoegt aan veiligheid of vliegplezier. Integendeel.

Vrijwilligerswerk op landelijk niveau

Regeldruk en ander minder aantrekkelijk gedoe lijkt ook wel de reden dat voor extra taken (zeker buiten de eigen vliegclub en voor landelijke activiteiten) maar moeilijk vrijwilligers zijn te vinden. Vandaag zijn er 20 deelnemers, vorig jaar in de online variant 56! Dat vraagt om afweging: redenen om wél online mee te doen maar er niet een paar uur voor te reizen liggen voor de hand. Op een vliegdag ook nog.. (hoewel de meeste clubs gecanceld hadden wegens weer of toestand van het veld). Vervolgvraag: hoeveel van de nu aanwezigen zou liever online hebben meegedaan???

Het vinden van kandidaten voor bijvoorbeeld examinator in de eigen club lukt meestal wel, maar voor examinator van instructeurs is het lastiger. Dat betekent een investering buiten je eigen club. Toch moeten we dat met elkaar opbrengen. Ik zie weer de berichten over de Technieksector, de vragen naar commissieleden en mensen voor het Afdelingsbestuur, en ook in de CIZ ontbreekt al geruime tijd een secretaris. En wat in die gevallen opvalt: juist de grotere clubs dragen weinig bij aan de taken buiten de eigen club, voor het zweefvliegen op landelijk niveau. Dat zou toch anders moeten kunnen.

Zoeken van een optimum tussen ‘beperken van werklast’ en ‘kwaliteitsborging’

Bij een examen voor een nieuwe instructeur zetten we 2 examinatoren in van buiten de eigen club. Kan dat niet met 1? Staat nergens dat het moet… Maar met 1 examinator verzwak je het systeem. Kan de 2e persoon dan iemand in opleiding zijn? Nieuwe examinatoren krijgen hun eerste periode sowieso al begeleiding… We houden zweefvliegen graag veilig en willen ook kunnen laten zien dat we verantwoord bezig zijn ( ons mandaat van ILT). En van dit soort dilemma’s / afwegingen zullen elders in onze wettelijke, formele en informele regels nog wel meer voorbeelden zijn.

Consequenties van veiligheidsonderzoeken voor de opleiding

Twee weken later, 25 maart, zal de CVZ de veiligheidsteams bij elkaar hebben en dan spreken over meldcultuur en wat daar zoal aan resultaten uit komt. Aan deze kant van de lijn (bij de HoT’s) wordt opgemerkt dat er niet veel over naar buiten komt. We zouden graag van elkaar willen leren want daar wordt het veiliger van. Gaat aan gewerkt worden; hopelijk in de volgende Nieuwsbrief meer nieuws hierover. Wat wél alvast inhoudelijk werd opgepakt: de uitkomst na het bestuderen van een tweetal onderzoeken naar Veilige Lierstart, uit 2006 resp. 2017. Alles keurig uitgewerkt met krachten en al.

Wat intuïtief al werd begrepen: snel naar een steile klimstand is niet veilig. Roteer in een seconde of 5 naar 45 graden. 5 Seconden, dat duurt best lang. En één die de aanwezigen niet zo hadden bedacht: de overtreksnelheid aan de lier is zo ongeveer 1,5 maal die in normale vliegstand. Met een 21 moet je dus bijvoorbeeld wel boven de 110 km/u blijven.. “Ik voel me meestal wel prima bij een km of 90 à 95 per uur..” . En dit nieuws kan dus direct de opleiding in.

Officiële veiligheidsonderzoeken duren lang en voor zweefvliegen zijn resultaten vaak summier

We hebben de neiging om te wachten op een OVV onderzoek want je mag beter niet speculeren. Nee, dat klopt. Zeker voor het doen van uitspraken naar buiten toe. Maar als je naar aanleiding van een incident, ook één bij een andere club, een ‘niet pluis gevoel’ krijgt bij een bepaalde handelwijze is er geen enkele reden om af te wachten en mag je, ja, móet je eigenlijk, binnen de club een betere werkwijze implementeren.

Interessant? Doe mee!

Dit was een stukje oogst van een buitenstaander, van een bijeenkomst van de Commissie Instructie Zweefvliegen met de HoT ‘s ( Chef-instructeurs) van 20 clubs. Vind je dit, net als ik, ook interessante materie om over na te denken en mee te praten? Er is een vacature voor secretaris, en je kunt ook aan verschillende commissies gaan deelnemen. Maar als je nog geen instructeur of technicus bent zou je dat ook eens kunnen overwegen…


Lonneke Alsema