Een gesprek met de vorige en de nieuwe voorzitter van de Afdeling Zweefvliegen, Sijmen de Vries en Johan Cnossen

Sijmen, wist jij waar je aan begon 6 jaar geleden?
Min of meer wel; ik ben er destijds samen met Evert- Jan en Nico ingestapt om de uitdagingen gezamenlijk te kunnen aangaan. Er lag een aantal behoorlijk grote thema’s te wachten. Om er een paar hier te noemen: Schuivende panelen vanuit EASA over hoe dan de zweefvliegerij onder de nieuwe Europese regels zou worden behandeld, onduidelijkheden over hoe onze overheid dit zou gaan inpassen, plannen voor luchtruimherziening. Maar verrassend voor mij waren de uitgesproken meningen met betrekking hoe de uiteindelijke EASA DTO regels in te vullen en het moeizame proces om ‘om te denken’ binnen de afdeling en de al vrij spoedig oplopende spanningen binnen de KNVvL.

Johan, jij hebt een half jaar geleden de intentie uitgesproken om voorzitter te worden hoewel je nog maar 5 jaar zweeft en ook niet vanuit een club. Je hebt een half jaar ‘stage gelopen’. Wat verraste je?

Ik ben open minded hier ingegaan zonder al te grote verwachtingen waardoor het verassingseffect best beperkt was. Het gebruik van afkortingen in de gesprekken is wel extreem. Dat helpt in de communicatie niet altijd om een beeld te vormen wat er eigenlijk speelt.
De kennismakingstoer naar de individuele zweefclubs heeft me tot nu toe veel inzicht gebracht. De bevlogenheid van de lokale besturen is groot en hun uitdagingen zijn divers, van wachtlijsten voor nieuwe leden tot communicatie met buren om klachten te beheersen. Je merkt dat de locatie van de club/veld een belangrijke rol speelt in hun uitdaging; zijn het geen windmolens of verstedelijking dan zijn er altijd nog de beperkingen van hun luchtruim. Bestuurlijke vanzelfsprekendheid is hier zeker niet aan de orde; er komt lokaal meer kijken dan ik had verwacht.

Terugkijken met Sijmen

Sijmen, hoe heb je in deze 6 jaar de zweefvliegwereld zien veranderen? Ten positieve, of zorgen? Er zijn nog al wat veranderingen doorgekomen; enerzijds positief, bijvoorbeeld geïntensiveerde aandacht voor de veiligheid, denk hierbij aan de oprichting van een aparte commissie veiligheid en het meldingsportaal voor voorvallen en incidenten. De uiteindelijke invoering van de EASA regels onder het DTO regime en niet onder een ATO regime. Het op gang komen van het gesprek tussen groepen die elkaar lang niet begrepen, en invoeren van duidelijke gedragscodes en financiële transparantie binnen de KNVvL. Dit alles onder leiding van eerst een nieuwe voorzitter ‘van buiten’, die een stevig en vooral divers hoofdbestuur heeft kunnen vormen. Hij heeft ook een nieuwe ervaren sportbestuurder van buitenaf als directeur aan kunnen trekken. Een frisse blik kan heel wat teweeg brengen in een team en dat was te merken.

Wat me echt grote zorgen baart is de afnemende bereidheid om (vrijwilligers) functies te vervullen zowel op landelijk niveau binnen de afdeling op vrijwel alle gebieden, als in de functie van clubbestuurder en clubtechnicus. Wat hierbij niet heeft geholpen is natuurlijk de toenemende juridisering van onze samenleving en het mijns inziens in dit verband, nogal ongelukkige optreden van het openbaar ministerie een paar jaar geleden bij zware ongevallen. Ik ben wel heel blij dat er klaarblijkelijk bij de overheid een andere insteek lijkt plaats te vinden, zoals recent gepresenteerd tijdens het KNVvL symposium op Seppe door de Luchtvaart Hoofd Officier van Justitie.

Een ander punt is het voortslepende proces met betrekking tot de plannen voor luchtruimaanpassing. We hebben hier uitstekende expertise aan boord binnen de KNVvL en ook in onze afdeling, maar de bereidheid bij de overheid en LVNL om meer rationeel (hogere ondergrenzen van de niet voor ons toegankelijke gecontroleerde gebieden) en flexibel (bijvoorbeeld schakelbaar) met het overige gecontroleerde luchtruim om te gaan, zoals dat bijvoorbeeld in Duitsland Zwitserland, maar ook in Belgie wel kan, lijkt helaas nog helemaal geen gelopen race!

Ik ben wel heel blij dat een groot aantal clubs toegetreden is tot de g-DTO en ik hoop dat uiteindelijk (veel) meer clubs hiertoe zullen besluiten. Het is immers zo belangrijk dat we als zweefvliegers eenheid bewaren in opleidingen en dat we bijvoorbeeld het benodigde toezichtapparaat van de overheid zo licht mogelijk houden. We hebben immers als zweefvliegers tezamen veruit het grootste aantal vliegtuigen en locaties/ clubs. (“De grootste DTO”) Zo lopen we potentieel in de toekomst een risico op hoge toezichtskosten als we als allemaal aparte entiteiten zouden opereren.

Is er vliegersleven, als afdelingsvoorzitter?

Heb je zelf kunnen blijven vliegen ondanks dat je ook een veeleisende baan hebt? Jazeker ! Ondanks mijn steeds drukker geworden baan de afgelopen zes jaar en de bestuursfunctie is het me gelukt om te blijven vliegen, zowel bij mijn club in Haamstede als instructeur, alsook met mijn eigen kist.

Heeft de nieuwe voorzitter al een idee waar het heen moet?

Johan, Heb je na een half jaar al een (ander / duidelijker) beeld van waar je de komende jaren aan wilt werken? Wat heb je daarvoor nodig aan bijvoorbeeld relaties maar ook collega-bestuursleden?
Wij zijn nog niet halverwege met de lokale introducties maar voor mij ontstaat er een beeld waar en hoe de KNVvL haar meerwaarde verder kan inzetten. Ik zie een bijdrage in het assisteren - en waar zinvol het kanaliseren -in de toepassing van opgelegde regelgevingen, maar de KNVvL kan zich juist ook als spreekbuis inzetten voor behoud van onze velden en luchtruimte. En natuurlijk de nationale en internationale kampioenschappen; daarmee kan je onze zweefsport het beste op de kaart zetten en houden. Zo’n zilveren teamplaats op een WK – dat zegt veel over de breedte van de top en een goede organisatie.

Verder heb ik als belangrijk thema opgepikt: ledenwerving en -behoud. Ik hoor dat de ene club een wachtlijst heeft en de andere tekort aan leden. Ik zie daar wel een rol voor de afdeling, om daar wat te bemiddelen en te stimuleren. Een van de redenen dat beginners al snel afhaken lijkt te zijn dat ze lang in de opleiding blijven hangen. Ik merk dat veel clubs al bezig zijn om hun opleiding te stroomlijnen, en dat dat mede een reden is dat ze de instroom even beperken. Maar door samenwerking moet daar toch wat te winnen zijn! En het is mooi om te merken dat clubs investeren in hun eigen ‘clubsfeer’: samenhang organiseren, ook jongeren al verantwoordelijkheid geven, volgende stappen in een vliegloopbaan stimuleren.. Zo blijven zweefvliegers plezier houden in hun sport. Ook daarin hebben we als afdeling meerwaarde: clubs kunnen van elkaar leren.

Een halfjaar is kort en ik kom graag volgend jaar zomer bij je terug wanneer mijn beeldvorming beter ontwikkeld is.

Terugkijken met Sijmen: wat vond je er nou eigenlijk van?

Sijmen, wat was er leuk aan het voorzitterschap? Het als team bereiken van mooie resultaten en vooruitgang zien op de diverse dossiers waaraan van tijd tot tijd flink getrokken moet worden Wat ga je missen en wat absoluut niet? Ik ga de cameraderie van het ABZ missen, maar niet het toch af en toe wel stroperig verlopen van processen binnen een vrijwilligersorganisatie vergeleken met een bedrijf. Wat is onmisbaar voor een afdelingsvoorzitter / bestuurder? Enthousiasme blijven uitstralen, een positieve benadering blijven zoeken (niet altijd zo gemakkelijk) en vooral geduld hebben en blijven doorgaan.

Heb je nog een boodschap voor je opvolger / voor ons?

Dat er een flink aantal vrijwilligers gaat opstaan voor de landelijke en club functies; het is echt interessant, leuk en vooral leerzaam, zeker voor jonge mensen om goede bestuurservaring op te doen in een omgeving waarin je professioneel moet opereren. En, heel belangrijk, dat we als zweefvliegers allemaal vooral op één lijn blijven zitten en dat we vooral aan het grotere geheel en de lange termijn denken, in alle aspecten.

..en alvast een oproep van de nieuwe:

Johan, Heb je een oproep aan ons? Ik merk dat onderlinge communicatie tussen de clubs niet altijd vanzelfsprekend maar wel gewenst is. Als bestuur en commissieleden kunnen we daar misschien nog meer in betekenen. Nog meer gebruik maken van wisselende club locaties voor de besprekingen etc.

Sijmen, heel veel dank voor je inzet deze periode en Johan: veel succes en plezier!