Zweefvliegen is een veelzijdige sport: spannend en ontspannend. Op een zweefvliegdag kom je los van de grond en los van je dagelijks werk. Bij goed zicht zie je neer op dorpen en steden. De kronkelende rivieren en de meren uit de atlas zie je duidelijk liggen.

Hoogtepunten

Zweefvliegen is een sport met veel hoogtepunten. Stap voor stap raak je in die wereld thuis. Steeds is er het stralende gevoel dat je een persoonlijke prestatie verbeterd hebt en direct daarna begin je al weer te denken aan de volgende uitdaging, beter, verder, hoger of nog sneller. Deze sport blijft voor de beginner en de gevorderde vlieger altijd fascineren.

Een zweefvliegdag

In het weekend als het vliegweer is, komen de leden van de zweefvliegclub 's morgens om 9 uur naar hun clubgebouw voor de briefing. Daarna gaan ze naar de hangaar waar de kisten (zo noemen ze hun zweefvliegtuigen) staan en begint het vliegbedrijf.

Teamsport

Zweefvliegen is een teamsport en zweefvliegers zijn mensen die er van houden een dag op het veld door te brengen, om samen het vliegbedrijf te laten draaien. Alles gebeurt met vrijwilligers en iedereen moet mee aanpakken. De instructeur geeft gratis les, de technicus onderhoudt de kisten in de werkplaats voor een tarief van nul euro per uur. Daardoor is zweefvliegen een betaalbare vliegsport. Maar behalve geld kost het je vooral tijd. Als je er geen tijd voor over hebt, kun je er beter niet aan beginnen. Zweefvliegen is niet iets wat je zo nu en dan even een uurtje doet. Bij de meeste clubs ben je vaak een hele dag op het veld aanwezig.

Op de startplaats

Vanuit de hangaar worden de zweefvliegtuigen naar de startplaats geduwd. Als het zonnig weer is, straalt dat ook van de gezichten van de vliegers af, want dan belooft het een mooie vliegdag te worden en daarom zie je onder het duwen de vliegers geregeld naar de lucht kijken. Op de startplaats is van alles te doen. Eerst worden de vliegtuigen nauwkeurig nagekeken, clubleden helpen bij het starten en brengen gelande vliegtuigen terug naar de startplaats. Iemand houdt op een pc of tablet de tijden van het starten en het landen van de vliegtuigen bij en een startleider wijst aan wie aan de beurt is om te vliegen De instructeurs geven les aan de beginnende vliegers en natuurlijk is er koffie, m.a.w. het is zo'n dag waarbij zelfs de tijd vliegt.

Startmethode

Een zweefvliegtuig bestuur je als een motorvliegtuig, alleen de motor ontbreekt en daarom moet het toestel op een andere manier de lucht in gebracht worden. Dit kan d.m.v. lier (een motor van zo'n 260 pk op een vrachtwagen, die een stalen of kunststof kabel van meer dan een kilometer snel oprolt) of achter een motorvliegtuig. Het starten met een lier is in Nederland de meest gebruikte startmethode. Op enkele velden wordt naast het lieren ook gesleept of wordt zelfs uitsluitend met een sleepvliegtuig gestart. Slepen is comfortabeler en je wordt meestal direct naar een thermiekbel gesleept, maar is wel duurder dan lieren. Met name in Frankrijk is slepen populair en het is dan ook handig om beide startmethoden te beheersen.

Een zweefvliegvlucht

Het is moeilijk uit te leggen wat zweefvliegen is, daarom gaan we in gedachten een vlucht te maken. Je zweefvliegcarrière begint met een doopvlucht. Je gaat voor in de tweezitter zitten, dat is een zweefvliegtuig waar de leerling voorin zit en de instructeur achterin. Allereerst worden de riemen vastgemaakt en legt de instructeur je uit waar de hoogtemeter en de snelheidsmeter zich bevinden en wat er gebeurt als de stuurknuppel zijwaarts of naar voren en achteren wordt geduwd. Wanneer alles gecontroleerd is en er velig gestart kan worden, gaat de duim omhoog. Dat is het teken om het zweefvliegtuig te starten. Eerst wordt de lierkabel voorzichtig strak getrokken, het vliegtuig begint te rollen, versnelt in een paar seconden van 0 naar 100 km/h, komt los van de grond, gaat vlot omhoog en in snel tempo zie je alles onder je kleiner worden. Op een hoogte van 400 à 500 meter wordt er aan de gele knop getrokken, waardoor de kabel los gaat en het echte vliegen begint. Dat echte vliegen betekent, dat het toestel met een snelheid van ongeveer 85 km/h vliegt en heel langzaam door de lucht glijdt. Om je heen zie je een schitterend landschap. Je hebt rondom uitzicht en op het ruisen van de lucht langs het vliegtuig na is het stil. Na ongeveer 10 minuten volgt de landing. De instructeur vliegt laag over het gras, de snelheid loopt terug, de wielen raken de grond, het toestel rolt nog een eindje uit en komt tot stilstand. Opgelucht, omdat je dit toch maar eventjes durfde, stap je uit. Je hebt je doopvlucht ondergaan en weet nu een beetje wat zweefvliegen is.

Thermiek

Wanneer de zon de grond verwarmt, wordt de onderste laag van de lucht warmer. Die warmere lucht is lichter dan de lucht erboven. Zo'n laag warme lucht kan soms wel groeien tot zo'n 60 meter dikte en vervolgens ineens loslaten en in een slurf opstijgen. Dit is thermiek Het is de motor voor de zweefvliegers, maar ook heel veel vogels benutten deze enorme onzichtbare energiebron. Als het je lukt in die stijgende lucht te blijven cirkelen, gaat het zweefvliegtuig met die stijgende lucht omhoog, soms wel een paar duizend meter. Daardoor kan de vlucht uren duren en kun je grote afstanden afleggen. Het Nederlands duurrecord thermiekvliegen staat op 10 uur en 24 minuten en de verste vlucht in 'rechte lijn' vanuit Nederland gemaakt, is maar liefst 905 km lang.

Veertien jaar

Als je 18 jaar bent mag je een auto besturen, maar zweefvliegen kan al vanaf 14 jaar. Zelfstandig een motorzwever besturen is wettelijk toegestaan vanaf 16 jaar. Zweefvliegers kom je in allerlei beroepen tegen. Jong en oud. Het kan een leerling in de klas zijn, die onder een repetitie naar de blauwe lucht met opbollende wolken zit te kijken en in gedachten van thermiekbel naar thermiekbel vliegt. Het kan ook zijn leraar zijn die, ondanks een stapel proefwerken, glimlacht en denkt: Morgen.... is het weer weekend........

Zweefvliegen, zo vrij als een vogel, hoog boven het landschap, een schitterende sport.