In week 23 (6 en 7 juni) van 2023 zal het 301 squadron van het Defensie Helikoptercommando (DHC) close combat attack manoeuvres beoefenen en ondersteunen in de training van bevoorradingsteams. Hierbij wordt lager gevlogen dan de minimum VFR vlieghoogte.

In beginsel dienen militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig aan te houden en elders ten minste 50 meter (150 voet) boven grond of water.

Gelijk de vrijstelling, vervat in artikel 7 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters (hierna: de Regeling) mag, indien door militaire helikopters behorende tot of in gebruik bij de Nederlandse en bondgenootschappelijke strijdkrachten, worden geoefend in het kader van operaties met niet-vliegende eenheden, op 100 voet of zoveel lager als voor het doel van de
vlucht noodzakelijk is, worden gevlogen. De ontheffing heeft tot doel om de oefening mogelijk te maken.

Artikel 2, tweede lid, sub e stelt dat het afwijken van de vigerende vlieghoogten binnen de oefening alleen is toegestaan wanneer hiervoor binnen de vluchtopdracht expliciet opdracht en toestemming is gegeven uit naam van de Accountable Manager. Het vorenstaande betekent dat niet continu laag wordt gevlogen. Aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen.