Wie zijn de mensen van het verenigingsbureau van de KNVvL? Wie zijn zij, wat doen ze en waarom kiezen zij voor de KNVvL. Deze keer is het woord aan Frouwke Kuijpers. Zij werkt nu 10 jaar bij de KNVvL. Haar carrière begon echter al in 2002 als nationaal coach bij de afdeling Zweefvliegen. In de totaal 14 jaar dat ze dit deed, heeft dat maar liefst 8 Wereld- en Europees Kampioenen Zweefvliegen opgeleverd. Dit was de opstap naar een baan bij de KNVvL, waar ze begon als topsportcoördinator voor alle luchtsporten en zich nu inzet voor de afdeling (Top)sport & Opleidingen. In haar vrije tijd is ze nog steeds actief in het zweefvliegen. Ze is instructeur en vliegt af en toe een wedstrijd. Ze is IGC-Delegate voor Nederland, de sportcommissie voor zweefvliegen binnen de FAI. Als Steward, dat is een FAI official, ondersteunt ze de wedstrijdleiding bij grote wedstrijden, zoals bijvoorbeeld Wereld Kampioenschappen.

Welke ontwikkeling heeft de meeste indruk op je gemaakt?

Phoe, veel, als je al zo lang meeloopt. Helaas met stip op één, je ontkomt er niet aan, de ontwikkelingen in het luchtruim. Toen ik begon met zweefvliegen was een driehoekje Malden-Eindhoven-Venlo een leuk uitstapje, dat is nu helemaal uitgesloten. Gelukkig vlieg ik op Malden, vlakbij de Duitse grens waar het allemaal wat soepeler is geregeld. Maar zeker ook noemenswaardig zijn de technische ontwikkelingen die het (wedstrijd) vliegen veel extra dimensies heeft gegeven. De vluchtcomputers die nu al satellietplaatjes in de cockpit laten zien. Het niet meer verdwalen, want je hebt een moving map voor je neus. Daarnaast de kennis van de mens zelf. De mentale aspecten van het vliegen bijvoorbeeld, piloten waren vroeger stoer en hadden echt geen (sport)psycholoog nodig, vonden ze. Nu is het onderdeel van de opleiding. Voeding en vochthuishouding; ook zoiets. Drinken tijdens het vliegen deed je niet, want dan moest je plassen. 6 tot 7 uur vliegen zonder iets te eten of te drinken was niet ongewoon. Nu weet je wel beter en dankzij alle sportvoeding en -drankjes is dit goed op te lossen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Wat ik nog wel wil noemen is dat het hele coachvak is veranderd door het internet. Alles is tegenwoordig te vinden op de computer. Als coach was je vroeger een kennisbank voor je sporter, jij kwam met de nieuwe ideeën. Tegenwoordig weet de sporter alles zelf, zo niet beter en heeft de coach een meer begeleidende dan sturende rol gekregen. En dit geldt natuurlijk voor veel meer dingen in de maatschappij, het gaat tegenwoordig meer om competenties dan om parate kennis.

Wat doe je bij de KNVvL?

Op dit moment ligt het zwaartepunt van mijn werk wat meer bij Opleiding dan bij (Top)sport. Hoewel, het één staat niet los van het ander, zonder goede basisopleiding geen (Top)sport en andersom. Wie weet komt er in de toekomst weer wat meer ruimte voor een KNVvL-breed (Top)sportbeleid, dat blijft toch altijd nog een droom van me. Ik kom regelmatig op Papendal bij het NOC*NSF, een inspirerende omgeving waar ik met collega’s van andere sportbonden ervaringen deel. Dat gaat niet alleen over topsport, maar ook over bijvoorbeeld verenigingen, veilig sportklimaat, een goed sportbestuur en trainersopleiding. Afgelopen twee jaar heb ik me ook bezig gehouden met de aanwezigheid van de KNVvL op verschillende vliegevenementen, met als hoogtepunt de Luchtmachtdagen op Volkel. Geweldig! Bijzonder moment voor mij was dat één van mijn oud-leerlingen in het F-16 demoteam voorbij raasde. Omdat mijn roots bij het zweefvliegen liggen, neem ik op dit moment ook wat taken over van mijn oud collega, die accountmanager Zweefvliegen was. De EPST terugkomdag was mijn eerste wapenfeit.

Wat vind je interessant aan je werk?

Op dit moment is dat de invoering van de EASA Part FCL. Dat betekent dat het opleiden van zweefvliegers en ballonvaren volgens nieuwe Europese regelgeving uitgevoerd moet gaan worden. Er zijn veel vragen waarvan het antwoord opgezocht moet worden in de EASA regeling. Niet alles is even duidelijk. Samen met ILT proberen we daar zo pragmatisch mogelijk mee om te gaan, binnen de door EASA gestelde kaders. Uiteindelijk denk ik dat deze hele exercitie een verbeterslag kan zijn. Zo hebben de instructeurs eens in de drie jaar een zogenaamde refresher. We hebben er nu een paar achter de rug, de ervaringen hierover zijn positief, even weer de diepte in wat kennis betreft. Uiteindelijk is het doel dat andere luchtsporten hier ook de vruchten van gaan plukken.

Waarom werk je bij de KNVvL?

Leuke werkomgeving, ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken. Ik voel me als een vis in het water. Wat wil een mens nog meer?

Waar verbaas jij je weleens over?

Over hoe mensen soms met elkaar omgaan. Verschil van mening wordt soms in het persoonlijke getrokken. Inherent aan een vereniging denk ik, men is zeer betrokken en daardoor lopen emoties soms wat hoog op. Terwijl iedereen toch het beste voor heeft met de KNVvL. Dat vind ik jammer, agree to disagree, is mijn motto. Blijf dat biertje met elkaar drinken!

Wat maakt je werkdag goed?

Een goed resultaat, een complimentje, als ik anderen heb kunnen helpen, uh… wat nog meer? Oja, geen files.

Als je kan vliegen, waar zou je dan heen vliegen?

Ik kán vliegen, haha. Het plan is om dit jaar weer samen met mijn man Ferdi op onze ASW-20 mee te vliegen met de Euroglide, een 2000 km opdracht door Europa waar je twee weken over mag doen. We doen wel de business class variant, we huren een camper. Sommigen gooien alleen een slaapzak achterin en zien wel waar ze uiteindelijk terechtkomen ‘s avonds, maar die tijd hebben we gehad. Een geweldig avontuur!

Wat is het belangrijkste van alle spullen op je bureau?

Mijn eigen theemok. PC en telefoon ligt zo voor de hand.