Op 17 januari heeft een delegatie van de KNVvL een bezoek gebracht aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hier heeft een gesprek plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de afdeling DGB en twee gespecialiseerde juristen. Wat hier besproken is, is ook van belang voor de afdeling Drones.

Onderstaand een opsomming van de meeste relevante zaken die overigens nog niet allemaal zijn afgerond door de wetgever. Wel is een feit dat de mate van risico van de vlucht bepaalt in welke categorie wordt gevlogen. De nieuwe regels worden (onder voorbehoud) per 31 december 2020 van kracht.

Het belangrijkste nieuws hieruit voor de piloten/vliegers

  • Je mag vliegen op modelvliegvelden die de status modelvliegzone hebben, hiervoor hoef je geen overheids examen te doen of opleiding te volgen, maar wel conform de huidige situatie. Voor KNVvL clubs is dat overeenkomstig het BVM en KNVvL brevettering.
  • Vlieg je buiten de zones, dan moet je dus wel een theorie-opleiding en -examen doen. Beide moet je succesvol afronden.
  • Als piloot moet je geregistreerd zijn bij de overheid. Je pilotenregistratie moet je op elk vliegtuig aanbrengen. Procedures hiervoor worden nog ingericht.

De uitgebreide versie

Voor het vliegen met drones worden per 31 december aanstaande de volgende spelregels (onder voorbehoud) van kracht:

  • De regeling Modelvliegen vervalt op 31 december 2020
  • De EASA-regeling voor RPAS (drones en modelvliegtuigen) is met ingang van 31 december 2020 van kracht; dit betekent dat er voor modelvliegers niet al te veel wijzigt. Ook voor drones die op modelvliegvelden vliegen gelden de volgende regels:
    • De modelvliegvelden krijgen onder voorwaarden de status van modelvliegzone. Deze status houdt in dat er vanaf het middelpunt van het veld, een cirkel met een straal van 1/2 zeemijl (926m) aangemerkt wordt als modelvliegzone. Binnen deze zone mag gevlogen worden onder het VFR-regime (dus luchtvaartuig in zicht!) tot een maximale hoogte van 300 meter met alle modellen, tenzij het veld binnen een CTR ligt. Dan wordt de hoogte uit het convenant aangehouden.
    • Met erkenning van de overheid wordt het betreffende model-vliegveld een modelluchtvaartterrein op grond van de Regeling Burgerluchthavens en geregistreerd in het AIP-Netherlands. De Regeling Veilig Gebruik Luchthavens is overigens niet van toepassing op modelluchtvaartterreinen.
    • FPV-vliegen wordt in een modelvliegzone onder voorwaarden toegestaan. Deze betreffen onder andere een waarnemer/observer. Buiten de modelvliegzone is de EU-regelgeving van toepassing.
    • Er mag alleen gevlogen worden binnen de Uniforme Daglicht Periode en dat is in Nederland van 15 minuten voor zonsopkomst tot 15 minuten na zonsondergang.
    • Nachtvliegen is nu verboden en zal onder de nieuwe regelgeving in Nederland verboden blijven op basis van een Nederlandse luchtverkeersregel.
    • Een zone die binnen een CTR ligt dient tevens over een geldig met de plaatselijke luchtverkeersleiding afgesloten convenant te beschikken.
    • Een zone die binnen een militair vliegveld/terrein ligt dient te beschikken over een geldige overeenkomst. Met uitzondering van de vliegbasis Leeuwarden is het medegebruik op de andere militaire luchthavens geregeld in een overeenkomst tussen de KNVvL en het Ministerie van Defensie.
    • Binnen de modelvliegzone bepaalt de vereniging de eisen m.b.t. opleiding, brevettering, keuring en dergelijke. Eigenlijk zoals dat in de huidige situatie al is. Op het moment dat er buiten de modelvliegzone wordt gevlogen dan gelden de regels zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
    • Alles wat niet valt onder 'privately built' met een gewicht van maximaal 25 kg kan onder de Specific categorie vallen, bijvoorbeeld een hoge snelheid of een sensor (camera of iets dergelijks).
    • De meeste modelluchtvaartuigen zullen naar verwachting in de open categorie vallen.
    • Aan opleidingseisen voor het vliegen in de open categorie buiten modelvliegzones moet worden gedacht aan de huidige ROC-Light eisen (alleen theorie), Voor de specific categorie aan die van de RPA-L (Uitgebreide theorie en praktijk). Een verdere uitwerking volgt nog, evenals bij wie de opleiding kan worden gevolgd. Mogelijk dat dit ook via het KNVvL Examinering Instituut (KEI) kan.

Nadeel

  • Alle activiteiten die plaatsvinden buiten de modelvliegzone(s) dienen te gebeuren in de luchtruimklasse G (ongecontroleerd luchtruim) of met toestemming binnen een CTR/militair vliegveld/terrein.
  • Er geldt buiten de modelvliegzones een maximum hoogte van 120 meter. Vliegen binnen zichtafstand (VLOS) tot 500 meter horizontale afstand.
  • Tijdelijke modelvliegzones worden door de overheid niet ingesteld en is er natuurlijk de bekende overgangsperiode van zo’n 12-16 maanden, maar deze is meer van toepassing op de commerciële dronevliegers.

Elk door de overheid afgegeven brevet / flight crew licence is overigens geldig in elk land dat de EU verordening heeft ondertekend. Of dit een voor- of een nadeel is moet nog blijken.

Links voor meer informatie